Jeroen Pols publiceerde een column in ‘De Andere Krant’ die de spijker op de kop slaat. Het proces van de transformatie van een democratie naar een dictatuur is sluipend en voor velen heel moeilijk om te herkennen, of om zich eraan te onttrekken. Maar het is niet nieuw. Elke nieuwe stap lijkt misschien onbeduidend, maar elke stap is een stap dichter naar een dictatuur.
De weg naar dictatuur
Het valt niemand op dat kloof tussen overheid en bevolking snel groeit, een afstand die onmogelijk met bezwerende woorden over onze prachtige democratie of door verkiezingen te overbruggen is. Mensen zijn langzaam gewend geraakt om bestuurd te worden met ondoorzichtige besluitvorming en vage informatie, maatregelen zijn steeds noodzakelijk om nieuwe crises te beteugelen.
De groeiende vervreemding van de eigen overheid gaat sluipenderwijs omdat elke nieuwe stap vermomd is als tijdelijke noodmaatregel of zelfs medemenselijkheid. De aanpassing aan gewijzigde omstandigheden slokt alle energie op zodat men niet merkt dat de wereld om je heen verandert. De beslommeringen van het dagelijkse leven laten geen ruimte om na te denken over fundamentele zaken.
De weg naar dictatuur is er bovenal een van misleiding en listigheid en geeft mensen die sowieso al niet willen nadenken een excuus zich niet te verdiepen, opvallend vaak academici. Mensen die niet intensief politiek betrokken zijn kunnen deze transitie doorleven zonder de veranderingen te merken, deze voltrekken zich in kleine onbeduidende stapjes, vaak gerechtvaardigd als noodzakelijk kwaad. Zonder diepgaande kennis van de achtergronden is voor de meeste mensen lange tijd niet te doorzien tot welke ramp deze ontwikkeling gaat leiden. Tot het te laat is.
Elke gebeurtenis, elke situatie gaat verder, een beetje extremer dan de vorige en steeds wacht je op die ene schokkende gelegenheid waarvan je hoopt dat de massa eindelijk ontwaakt en zich aan jouw kant schaart. Je wilt immers niet alleen de confrontatie aangaan met de daaraan verbonden nadelige gevolgen. De angst uitgesloten te worden is groot en hoe meer tijd verstrijkt hoe groter de twijfel tot handelen. Je spreekt vertrouwelijk met collega’s over hetgeen gebeurt en vaak zien zij hetzelfde maar de uiteindelijke reactie is toch dat het allemaal wel meevalt, we hebben het nog goed, je bent een paniekzaaier. En dat klopt, want je vertelt wat er gebeurt en naar welke toekomst we gaan maar kan niet bewijzen dat zich dit daadwerkelijk gaat voltrekken.
Enerzijds onderga je als criticus de intimidatie van justitie en het regime en anderzijds beschouwen de mensen om je heen jou als vermoeiend, neurotisch en pessimistisch. Je vriendenkring wordt steeds kleiner en uiteindelijk resteert een handvol goede vrienden, mensen die hetzelfde denken als jij. Tot het moment dat je het gevoel krijgt, volledig onthecht van de realiteit alleen nog tegen jezelf te praten.
De beslissing tot verzet stel je steeds weer uit, tot je beseft dat terwijl je toekeek de samenleving veranderde. Je leeft in een andere wereld dan waarin je geboren werd. Uiterlijk veranderde niets, de restaurants, bioscopen, vakanties, concerten, winkels, alles gaat door maar je leeft ineens in een wereld van haat en angst, het voelt niet meer als vroeger. Mensen om je heen hoor je zeggen dat niemand dat merkte want iedereen veranderde, je zit in een systeem dat aan niemand verantwoording aflegt, en je gaat erin mee.
Het leven is een continu vloeiend proces, geen opeenvolging van losse gebeurtenissen. Het sleept je mee, je leeft gemakzuchtig en zonder enige inspanning veranderden je morele principes. Dingen die je vijf jaar geleden nooit geaccepteerd zou hebben, zijn nu normaliteit. En dan komt de dag dat alles instort en je beseft wie je bent, de dingen die je gedaan hebt en vooral die je niet deed.
Nee, deze beschrijving gaat niet over de afgelopen jaren. Het is een samenvatting van hoofdstuk 13 uit ” They Thought They Were Free” van Milton Mayer over de jaren dertig in Duitsland. De overeenkomsten met de huidige tijd zijn verbijsterend, het maakt tegelijkertijd duidelijk waarom politiek en media tijdens de coronatijd elke verwijzing naar de jaren ’30 tot taboe verklaarden. Milton Mayer geeft in zijn boek uit 1965 een aan ons geadresseerde duidelijke waarschuwing, als we alleen maar mokkend toekijken en conformeren aan de sluipende uitholling van de rechtsstaat in de hoop dat het tij keert, betekent dat we niets geleerd hebben en op een dag opnieuw wakker worden in een totalitaire samenleving. “Biedt weerstand bij de eerste stappen, besef waar die weg heenvoert”, aldus Milton. (De Andere Krant week 49)