Kla TV is het Belgische nieuwskanaal dat u informeert over allerhande zaken die ontbreken in de reguliere media. Te weten: Onderwijs & opleiding, Gezondheid & geneeskunde, Ideologie, Cultuur, Media, Politiek, Justitie & wetten, Terreur, Milieu, Techtniek, Economie en Wetenschap. U kunt zich hier aanmelden voor hun nieuwsbrief. Op 2 oktober zond Kla.tv een ondertitelde uitzending uit over ‘Psychologische oorlogsvoering’. Het gesprek is relevanter dan ooit. Het maakt inzichtelijk hoe we worden gemanipuleerd en psychologisch onder druk worden gezet. Onder de video staat de Nederlandse ondertiteling uitgeschreven als tekst.
Tekst van dit interview
Coronapolitiek: Psychologische oorlogsvoering. Niet opgeven a.u.b.!
Gepubliceerd op 02.10.2021 | www.kla.tv/20050
Katy Pracher-Hilander is een consultant in het bedrijfsleven en de politiek. Ze is gespecialiseerd in de psychologie van oordeels- en besluitvormingsprocessen en evidence-based werken. Ze brengt verslag uit over psychologische oorlogsvoering en heeft een mooie boodschap over hoe wij ons kunnen voorbereiden op de komende gebeurtenissen en hoe we de hendel kunnen omgooien.
Wij tonen u hieronder het interview, dat wij mogen uitzenden met de vriendelijke toestemming van Aufrecht Auf1. Luister zelf naar wat er op dit moment nodig is om een positieve lawine op gang te brengen.
AUFRECHT AUF1 : met Elsa Mittmannsgruber
Interview met psychologe Pracher-Hilander: “We hebben de massa niet nodig!”
Welkom, beste kijkers, bij een nieuwe aflevering van AUFRECHT AUF1. Mijn gast vandaag is sociaal en economisch psycholoog Katy Pracher-Hilander. Ze was een paar weken geleden al in mijn studio en sindsdien is zij de grote topper op Auf1. Veel kijkers vroegen ons om een vervolg van dit spannende interview en wij geven daar graag gehoor aan. Katy Pracher-Hilander is consultant in het bedrijfsleven en de politiek. Ze is gespecialiseerd in de psychologie van oordeels- en besluitvormingsprocessen en evidence-based werken. Welkom mevrouw Pracher-Hilander.
K. Pracher-Hilander: Hallo mevrouw Mittmannsgruber. Dank u voor de uitnodiging.
E. Mittmannsgruber: U had het in ons laatste gesprek over psychologische oorlogsvoering. Waar staan we nu, hebben we de oorlog al verloren?
K. Pracher-Hilander: Nee, maar ik moet zeggen dat vanuit psychologisch oogpunt, de oorlog nog niet echt begonnen is. Dus, de echte oorlog moet nog komen. Op dit moment – het moment van het interview namelijk eind zomer – is het als de stilte voor de storm. De mensen hebben nu van de regering een soort pauze gekregen, zodat zij nog een beetje bij elkaar mogen komen, een beetje vergeten, een beetje stoom kunnen afblazen of vergeten dat zij een beetje boos of gespannen waren, zodat in het najaar de hele machinerie weer van start kan gaan. Dat betekent dat we nu kleine veldslagen hebben gehad, maar dat de echte oorlog tegen het volk vanuit de politiek nog moet komen.
E. Mittmannsgruber: Hoe kan het dat we nu een rustpauze hebben? We moeten nog steeds maskers dragen en onszelf testen. Dat is geen rustpauze. Maar de meeste mensen denken er wel zo over.
K. Pracher-Hilander: Precies. Precies afgemeten aan wat we al hebben meegemaakt, met lockdowns en vandaag dit en morgen dat en niemand wist wat te doen. Maar nu lopen ze ook kriskras door elkaar, sommigen met maskers, sommigen zonder, sommigen FFP2-maskers, sommigen iets anders, nog een ander soort windsel. Dan weten we dat ze echt al helemaal door elkaar geschud waren en dat niemand nog oriëntatie had, iedereen liep totaal gedesoriënteerd rond. En nu is er een kleine fase, nu er betrekkelijk weinig informatie door de politici naar buiten wordt gebracht. Nu kunnen ze zich een beetje hergroeperen en dat is het vermeende eiland van rust dat ons op dit moment wordt gegund, ja, Godzijdank. Maar dat moet met een korreltje zout genomen worden. Zo is het helemaal niet. Ja, dat betekent dat het nu een goed moment is om een stapje terug te doen, in de zin van op krachten komen, een beetje bijkomen, maar met de wetenschap dat er nu iets zal komen dat de andere dingen van het programma die tot nu toe plaatsvonden, waarschijnlijk zal overschaduwen. En als je het van tevoren weet, kun je het natuurlijk op een heel andere manier aanpakken, ja, het zal je niet overvallen, maar je bereidt je erop voor en houdt er rekening mee dat bijvoorbeeld in de herfst iets anders op het programma zal staan.
E. Mittmannsgruber: Maar zijn wij al zo gewend geraakt aan de maatregelen, aan de maskers of de tests, dat het ons te weinig, zo weinig stoort?
K. Pracher-Hilander: Absoluut, dat is het fascinerende, vanuit psychologisch oogpunt. Mensen zijn al, we kennen het van dieren, als we ze opsluiten, als ze lang genoeg opgesloten zijn geweest en we openen dan het deurtje van de kooi, waarvan iedereen dan zou verwachten, hé, dat is nu fijn, het dier mag er nu uit, dan worden ze bang en komen ze er niet meer uit. Het is hetzelfde met de mensen. Zij zijn min of meer binnen enkele dagen en weken opgeleid om niet naar buiten te gaan, alleen te doen wat wordt bevolen, toegestaan, ja, inclusief het dragen van maskers. En als we nu zeggen: “Ok, je mag het masker nu weer afzetten”. Of: “Je mag nu enigermate weer normaal bewegen “, dan zie je hoeveel mensen het moeilijk vinden en op de vraag: “Hé, waarom doe je dat nu? Hier is de maatregel niet eens geldig.” “Ja, ik voel me er nu beter bij.” Dus ze zijn er al aan gewend. Dus het gewoonte-effect, het gebeurde heel snel en het is heel duidelijk dat dat deel uitmaakte van de psychologische oorlogsvoering, mensen zijn al gebroken. Zij aanvaarden nu reeds dingen die absoluut irrationeel en abnormaal zijn als iets volkomen normaals, en wat vroeger normaal was, is nu in hun ogen absoluut irrationeel en abnormaal. Ja, rondlopen zonder masker is niet meer de normale levenshouding. Alles is compleet de andere kant opgegaan, maar dat hoort bij psychologische oorlogsvoering, dat hoort erbij.
E. Mittmannsgruber: Dit betekent dat men hierop in het najaar mooi kan voortbouwen. Dan zijn we al op een heel ander level waar de politiek kan beginnen.
K. Pracher-Hilander: Absoluut, precies! Dat betekent dat ze nu de mensen, de massa’s al startklaar hebben – zoals u zei – waar ze ze hebben willen en we moeten, dat is wat ik bedoelde, we moeten in het najaar verwachten dat hier nog meer agitatie tegen de ongevaccineerden, zichtbare agitatiecampagnes, zullen worden gelanceerd. Ik bedoel, die zijn er de hele tijd sowieso al, je moet alleen goed luisteren, ook al worden ze door politici altijd als verzoenend en als solidair met anderen geformuleerd. Dus nu niet zo direct met de vinger naar de ongevaccineerden wijzen, maar in werkelijkheid loopt het taalgebruik daarop uit, de retoriek, dat via een achterdeur de ongevaccineerden als boemannen worden neergezet. Tegen de herfst, september, oktober ten laatste, zullen we het scenario hebben dat er opnieuw aan de statistieken wordt gesleuteld. Ja, dat weten we. We weten dat de statistieken verdraaid en gemanipuleerd worden. En dan zal men zeggen: “Ja, dat hebben we nu aan de ongevaccineerden te danken.”
Werknemers moeten zich er dus op voorbereiden dat zij door collega’s zullen worden gepest, dat zij min of meer nu al worden gezien als boodschappers van de dood die het dodelijke virus ronddragen, en dat zal een zeer, zeer moeilijke tijd worden voor zeer velen, ook voor studenten. Dus veel leerlingen en hun ouders zullen in het najaar een enorm probleem hebben, maar daar moeten we doorheen. We moeten hier doorheen! Dat betekent dat je je realiseert dat het komt, maar geef alsjeblieft niet toe! Anders geven we toe aan deze psychologische terreur en aan psychologische terreur mag men niet toegeven. Psychologische oorlogsvoering is geen kleinigheid! Dit is geen kleinigheid en voor mij, als psycholoog, is dit absoluut misdadig gedrag dat hier wordt vertoond, door politici, door de handlangers en door de massamedia. Absoluut crimineel gedrag!
E. Mittmannsgruber: Hoe is het mogelijk dat men dat zo gemakkelijk kan doen, dat men de massa’s een zondebok kan aanwijzen en dan zo gemakkelijk deze heksenjacht kan ontketenen? Ik las onlangs een artikel waarin stond: “De pandemie van de ongevaccineerden”, dus het is al heel duidelijk – het gaat al heel duidelijk die kant op en men kan ervan uitgaan dat de massa zich ook zal aansluiten bij deze “zondebokklopjacht”. Wat is het psychologische effect? Waarom is het zo makkelijk?
K. Pracher-Hilander: Ja, dat weten we uit de geschiedenis. Waarom was het zo makkelijk een paar decennia geleden? De beste vriend, de buurman, was van de ene dag op de andere de vijand. Nu kun je je ook afvragen, waarom is het zo? Waarom was het zo? En we zeiden altijd dat het ons nooit meer zou overkomen. Het gebeurt weer, iedereen doet mee, de massa doet mee. Het is zo, als je mensen een gevaar voorstelt, springen ze er op af. En in dit geval is het een onzichtbaar gevaar. In het verleden had gevaar tenminste een gezicht, een achternaam, een voornaam, een levensloop. Nu hebben we te maken met een gevaar dat je niet eens kunt zien. Dat betekent dat ik iets wat ik niet kan zien, heel gemakkelijk aan de mensen kan verkopen. Het is net zo onzichtbaar als atomen, en toch weten we al dat dit gevaren met zich meebrengt, alleen al door bepaalde situaties. Hier hebben we te maken met een bron van gevaar die onzichtbaar is voor de massa, een totaal nieuwe situatie, wat het natuurlijk tot de beste verkooptruc maakt. Oké, we hebben een virus. De meeste mensen weten niet eens hoe een virus in elkaar zit. Heeft het een celkern? Nee – bla, bla, bla – maar we weten dat het virus gevaarlijk is en dat het virus ons allemaal zal doden en dat is het gevaar. Dat betekent dat als u nu een virusdrager bent, u als het ware symbool staat voor het virus, en daar moet ik u bestrijden en als ik u bestrijd, bestrijd ik tegelijkertijd mijn vijand, het virus. Dan word je op dat moment een object. Dan ben je gewoon mijn vijand en niet meer de aardige vriend en maat die ik kende, of mijn collega op het werk met wie ik tien jaar lang goed heb kunnen opschieten. Van de ene op de andere dag ben je gewoon een virusdrager.
Dit is op een absoluut perfide manier tot stand gebracht, en als sociaal psycholoog kan ik de facto zeggen: Het psychologisch handschrift kan gelezen worden. Het is glashelder dat hier psychologen aan het werk zijn, die politici en PR-bureaus en al degenen die hierbij betrokken zijn, adviseren hoe psychologische know-how tegen het volk kan worden gebruikt. Dat is niet waar de wetenschap voor gemaakt is. En daarom maak ik ook zoveel kabaal, omdat ik de wetenschap moet beschermen. Dat is niet waar 70, 80 jaar psychologisch onderzoek voor gemaakt is. Het wordt misbruikt. Daarom kan ik alleen maar zeggen dat wat hier gaande is, heel, heel smerig is. Het is belangrijk dat de mensen op hun hoede zijn en zich ervan bewust zijn dat zij absoluut gemanipuleerd en aangestuurd worden. En ze beseffen het niet. Dat is de tragedie.
E. Mittmannsgruber: Is er iets dat we kunnen doen, zodat ze het merken?
K. Pracher-Hilander: De vraag is, moet de massa het merken? Vanuit psychologisch oogpunt moet ik zeggen, dat het niet nodig is dat de massa merkt wat er gaande is. Ik geloof dat ik de vorige keer heb gezegd – rechtspsychologie – we weten dat in jury’s en rechtbanken, één enkele dwarsdenker genoeg is om de andere twaalf te doen omkeren. Het is vergelijkbaar in een grote populatie. Een relatief klein percentage is genoeg om de andere massa mee te slepen. Als vuistregel kunnen we dus waarschijnlijk spreken over 10 procent, die nodig of voldoende is, om daadwerkelijk een tegenbeweging op gang te brengen, zodanig dat de rest wordt meegesleept – de andere 90 procent. Het goede nieuws is dat we die allemaal hebben. Die 10 procent, dat is makkelijk voor ons. Wij zijn met veel, veel meer als men nu ook nog – ik ga er sterk van uit – de gearrangeerde cijfers opsmukt, hoeveel er in Oostenrijk al gevaccineerd zijn. Ik zou er geen cent om verwedden, dat de cijfers juist zijn. Zelfs als we die gebruiken en zeggen dat 50 procent misschien gevaccineerd is. Dan is 50 procent nog steeds niet gevaccineerd. Dat betekent, de 10 procent, die we nodig zouden hebben, hebben we in vijfvoud. Dus ik zou zeggen, dat we de massa niet nodig hebben. We moeten ze helemaal niet meekrijgen en aanspreken en ons daarop concentreren.
Het zou veel belangrijker voor ons zijn te beseffen, dat we toch met genoeg zijn, dat we het in eigen hand hebben. We hebben de hefboom al die tijd in handen gehad, maar we zijn ons er niet eens van bewust. In feite zijn we ons er niet eens van bewust, dat we de hendel in eigen handen hebben. Met andere woorden, vanuit dit zichtpunt kunnen we van de ene dag op de andere een heleboel dingen bewerkstelligen.
E. Mittmannsgruber: En hoe trekken we dan aan de hendel?
K. Pracher-Hilander: Het eerste wat je moet doen is natuurlijk voet bij stuk houden, hoe moeilijk dat ook is. We moeten standvastig blijven, de ergste scenario’s voor ogen houden. Wat kan er aan het eind van de dag eigenlijk gebeuren – wat is het ergste dat me kan overkomen? En vergelijk dat met wat er zal gebeuren als we er niets aan doen. En dan zal het, voor iedereen duidelijk zijn, dat we iets moeten doen. Het ergste scenario kan nooit zo slecht zijn, zoals de realiteit, als we niets doen. Neem de leiding waar mogelijk, wees sterk aan de buitenkant. Mensen oriënteren zich op sterke mensen. Mensen hebben oriëntatie nodig, daarom is het zo belangrijk geweest voor de politiek om hen gedesoriënteerd te maken. Dat is ook een deel van psychologische oorlogsvoering. Dat betekent, de mensen oriënteren, hen aanwijzingen geven en vooral laten zien, dat wij een groep zijn. Wij zijn zeer groepsgerichte wezens. Als de massa meent zich te moeten vasthechten aan deze maskerdragers, omdat zij bij wijze van spreken dan een Peergroup hebben, een groep, maak hen dan duidelijk dat er ook nog een andere groep is. We nemen je op in onze familie en dan word je versterkt van voor, achter, links en rechts. Dat is hoe men kan groeien. Dat is hoe je een nieuwe lawine kan laten ontstaan.
E. Mittmannsgruber: Ik denk dat dit de reden is waarom je vaak het gevoel hebt, dat er niet zoveel mensen zijn, die precies zo denken als jezelf en net zo kritisch zijn, omdat ze niet zo luidruchtig zijn of opvallen, of niet eens weten, wat zou ik nu eigenlijk daartegen moeten doen.
K. Pracher-Hilander: Daarom is netwerken zo belangrijk. Veel en vaak netwerken. Er zijn er zo veel, tienduizenden, honderdduizenden over heel Duitsland en de wereld, miljoenen toffe mensen, die iets doen. Het probleem is, dat iedereen het op zijn eigen werkterrein en in zijn eigen kleine kring doet, en ze slagen er niet in met elkaar te netwerken. En we weten gewoon vanuit de geschiedenis, we kunnen zoveel leren van de geschiedenis, Franse revoluties. Telkens als er her en der een boerenopstand was, werd alles neergeslagen. Pas toen iemand opstond en coördineerde en een netwerk vormde hadden de autoriteiten een probleem, ja, toen kregen ze er echt lucht van. Dat betekent, netwerken, nog meer netwerken, coördineren, elkaar leren kennen. Dat is wat je psychologisch veilig maakt, als je weet met hoeveel je bent. Nu hebben we alleen nog het symbool “masker”. Dat wil zeggen, deze meelopers, loyaal aan de regering, weten door dit symbolische merkteken, hoe groot, hoe breed hun massabeweging is, ja? En de andere kant heeft het moeilijk, omdat velen, die niet met de stroom meegaan, naar buiten toe, dit symbool van tijd tot tijd moeten dragen. Dat betekent, dat zeer, zeer veel van ons verdwijnen in de brede massa en dat zien we dan niet. Dat betekent, dat wij ons onderling zichtbaar moeten maken, moeten netwerken en, ja, een leidersrol op ons moeten nemen, sterk moeten zijn op kleine en grote schaal. En dat werpt vruchten af.
E. Mittmannsgruber: Zijn er ook speciale sleutelpersonen, die nu een bijzondere invloed op ons zouden hebben?
K. Pracher-Hilander: Ja, dokters. Artsen hebben altijd al een speciale positie in de samenleving gehad. Ik zou zeggen, dat zij tot 2020 een zeer gerespecteerde sleutelrol hadden, maar dat die sinds 2020 enigszins is aangetast. Artsen aanspreken, ja. Dat betekent, dat het zeer, zeer belangrijk is, dat allereerst de artsen zich bewust worden van hun ethische en morele plicht. Maar degenen die werkelijk weten, dat wat er gebeurt niet in orde is, zij moeten de moed hebben om op te staan en te zeggen: Tot daar en niet verder! Dat is heel, heel belangrijk. Wij hebben artsen nodig, die zich beschermend opstellen voor het volk, omdat zij nu eenmaal deze status van “God in het wit” hebben, en het woord “God” zegt het al: daar luister ik naar. Dat betekent, als artsen hun mond zouden opendoen – wat mijn God me zegt, is waar – dan zou de massa ook van mening veranderen. Maar zolang ze zwijgen en niets doen, is het een probleem. Daarom kan ik alleen maar iedereen adviseren, als je met de dokter praat, over welk onderwerp dan ook – vraag hen de oren van het hoofd, vraag hen de oren van het hoofd! “Welke studie?” “Waar doel je op?” “Waar is je bron van informatie?” De oren van het hoofd vragen tot de vis-à-vis gewoon niet meer kan, want de antwoorden daarop, die bestaan niet. Dus dat, waarop ze zich beroepen, dat zijn een paar vodjes papier, die zelfs niet-medische mensen ongescreend de grond in kunnen boren. Ja, ik lees veel van dat soort kranten en ik ben geen dokter, maar ik weet, dat ze niet waarmaken, wat de politiek ons belooft. De oren van het hoofd vragen. En er zijn ook advocaten, die al formulieren klaar hebben liggen, zodat zelfs, als het onderwerp vaccinatie op tafel ligt, u erop wijzen: “Ondertekent u dit”? En dan haken veel mensen af, omdat ze geconfronteerd worden met het feit, dat ze op het verkeerde spoor zitten. Dus, doe al het psychologische wat maar mogelijk is. En dat is een psychologisch duwtje, ja? Dat wil zeggen, de keuze geven, mijn vis-à-vis de keuze geven tussen slecht en goed, en ik denk dat de meesten van hen uiteindelijk voor het goede zullen kiezen.
E. Mittmannsgruber: Maar nu zouden de artsen al genoeg de gelegenheid hebben gehad, om zichzelf te informeren. Waarom moet ik dat, bij wijze van spreken, eerst uit ze persen?
K. Pracher-Hilander: Het is een paradox, sommige zeer banale dingen zijn tijdsgebrek. Dat klinkt nu ongelooflijk banaal, maar het is een gebrek aan tijd. Het behoort niet tot de opleiding, om wetenschappelijke documenten echt te begrijpen, zoals ik ze zou moeten begrijpen. Statistiek rampzalig, ja! Het begrip van statistische getallen, dat weten we ook uit psychologisch onderzoek, daar is gewoon een tekort aan. Maar zeer interessante aspecten zijn, de kennis over dat, wat ik ben. Als ik arts ben, heb ik het op de een of andere manier al in mijn hoofd, dat ik zo goed ben, dat ik alles al weet, dat ik al zoveel kan, dat ik het helemaal niet nodig acht, kritische vragen te stellen. Dat betekent, dat ik foutloos ben. En dat is een probleem, dat ook kan worden gemeten. En we weten uit studies, dat artsen, van wie de ouders zelf geen arts zijn bijvoorbeeld; kritischer, ik zou zeggen: geringschattender, denken over hun eigen ouders. Dat wil zeggen, men is al een overpresteerder en ziet zichzelf al in deze God-rol. En dat doet natuurlijk iets met je reflectievermogen , maar ook met je vermogen om fouten toe te geven. Dat betekent, dat dit een hindernis is, die zij gewoon moeten overwinnen, of waarvan wij ons bewust moeten zijn, dat dergelijke dingen die niet bekend zijn bij de brede massa, toch wel degelijk psychologisch bestaan. En dat is mede een reden, waarom zij hun mond houden en velen zwijgen. Natuurlijk zijn er ook dingen als afschuiven van verantwoordelijkheid, dus dat zijn zo de oude dingen, die ik altijd weer zeg in interviews. Zo te zeggen, we zijn met zovelen, de andere moet ook beginnen, dus ook deze dingen. Er zijn wat hindernissen, ja.
E. Mittmannsgruber: Het zijn dus niet alleen de dokters, die zwijgen, maar zoals we zojuist hebben besproken, ook het grootste deel van de bevolking, die waarschijnlijk kritisch nadenkt. Is er een reden waarom we bijzonder traag zijn, waarom de protesten nu zeer beperkt zijn?
K. Pracher-Hilander: Ja, precies. De gebruikelijke verdachte dingen uit de psychologie, die we kennen is dissonantiereductie. Dat wil zeggen, ik weet wel, dat ik iets doe wat niet juist is, maar ik wil er graag bij horen, ja, dit normgedrag, ik wil niet buitengesloten worden, al die dingen. Ook de verantwoordelijkheidsdiffusie, die bij dokters ligt. Altijd weer dezelfde banaliteiten, die kennen we al. Een zeer interessant nieuw aspect, dat ik, zo geloof ik, nog niet heb meegedeeld, is de cultuurvariabele. Dus, we hebben hier eigenlijk een breekpunt. We zijn cultuurspecifiek reeds enorm belast. Het is een deel van onze genetica, om het zo te zeggen, hoe een natie beweegt. Wij weten bijvoorbeeld, dat in Frankrijk de gele hesjes de straat op gaan. In Italië, stellen moeders zich op voor hun kinderen en zeggen, over mijn lijk. Dat is hier relatief niet het geval. Dus, de kinderen worden heel bereidwillig beschikbaar gesteld voor studies. Dit culturele aspect is zeer interessant. Wij weten bijvoorbeeld, dat Oostenrijk en Duitsland wereldwijd als maatstaven worden beschouwd in wat wij doen, in ons werkgedrag en in de productie, ja. Dus, “Made in Germany” of “Made in Austria”, dat betekent iets! Men weet, die mensen werken nauwkeurig, zeer, zeer nauwgezet. Maar wat we ook weten is dat Duitsland en Oostenrijk verschillen, bijvoorbeeld in die zin, dat Oostenrijkers zeer gerieflijk zijn. Dat weten we uit de culturele vergelijkingen in de studies. Dat wil zeggen, wij werken heel nauwkeurig aan één ding, doen ons ding heel goed, maar tussendoor betrekkelijk stressloos, ja, stressvrij. We weten het van metingen van de gemiddelde stapsnelheid, ja. Dit zijn veldstudies, die wereldwijd worden uitgevoerd. Er is naar een groot aantal landen gekeken, en Oostenrijk ligt relatief ver voor: wij zijn relatief soepel bij het stappen, nauwkeurig, d.w.z. dat wij een zeer lange tijd nodig hebben vooraleer af te knappen. Wij zijn dus zeer, zeer volhardend, en dat is natuurlijk een beetje een probleem hier in deze situatie, want wanneer bereiken we het breekpunt? Dus, wanneer is het punt bereikt?
De Duitsers hebben weliswaar niet dat extreem langzame, trage, zoals wij, maar ze zijn gehoorzamer. Dat is dan weer hun kwade kant. En uit deze culturele vergelijkingsstudies kunnen wij veel aflezen en conclusies trekken, maar ook voorspellingen doen: Hoe zal de hele zaak zich verder ontwikkelen? En alles wat ik kan zeggen is, mensen, ga aan de slag! Dus, zelfs de culturele genetica kan niet bovenaan de lijst staan bij het bepalen van, hoe wij er in de toekomst zullen voor staan. En één ding is ook, (en dit geldt ook voor dokters of voor ons allemaal en is ook een probleem,) maar er is ook een oplossing voor. Als wij een ingesteldheid hebben en ons gedrag stemt niet overeen met die ingesteldheid, d.w.z. wij worden als arts gedwongen dit en dat te doen, maar wij weten: het is niet mijn ingesteldheid, dan wordt mettertijd mijn gedrag mijn werkelijke ingesteldheid. Dan geloven we ook wat we zeggen en doen. Dat wil zeggen, in principe is het zo, dat politici en anderen in verantwoordelijke posities na verloop van tijd hun eigen leugens geloven. En als men daar niet ingrijpt, dan blijft het daarbij. Maar er zijn manieren om van buitenaf in te grijpen. En dat is juist de taak. En één van deze mechanismen is dat wat ik daarnet genoemd heb, de artsen daarop aanspreken. Dat is precies daar ingrijpen, zodat de houding en het gedrag en dat wat je doet, aan het eind van de dag niet als werkelijkheid wordt waargenomen door deze mensen. Maar dat je ze, als het ware, wakker schudt, door een sneer te maken. Dit kan men van buitenaf bewerkstelligen en in dit opzicht is er veel te doen en kan iedereen iets doen. Dit voorbeeld toont dus aan, dat je gewoon van buitenaf kunt ingrijpen, zodat bij de vis-à-vis, de leugen niet tot waarheid wordt. Dat is empirisch nu eenmaal zo. Zo zitten mensen in elkaar, dat is de psychologie van mensen, en hoe meer we over psychologie weten, hoe meer we kunnen zeggen hoe we te werk kunnen gaan. Dus in dat opzicht kan ik iedereen alleen maar aanraden, ook wat leerboeken psychologie te kopen. Er bestaan er enkele, die op een waanzinnig ontspannen en grappige manier zijn geschreven, die voor iedereen zijn, niet alleen voor psychologiestudenten. En een boek uit de sociale psychologie nemen en lezen. En dan zijn er ook nog heel goede voorbeelden die ik, bijvoorbeeld in mijn vrienden- en kennissenkring, op een heel ontspannen manier kan vertellen. Dit zijn ook mogelijkheden, ik kan iets kopiëren. Dit zijn kleine hulpmiddelen, die op kleine schaal helpen, maar natuurlijk ook de beweging in haar geheel helpen.
E. Mittmannsgruber: Zoals u het beschrijft, is het duidelijk een race tegen de klok. Enerzijds zegt u dat wij ons in de loop van de tijd de waarheden of de valse waarheden hebben eigengemaakt, en anderzijds zegt u dat het heel lang zal duren voordat het lontje breekt en totdat wij er genoeg van zullen hebben. Ik ken veel critici van dit Corona-beleid die zeggen: “Laten we afwachten, tot… dat… totdat de kindervaccinaties komen… dat heb ik een paar maanden geleden nog gehoord. Nu is het: als verplichte vaccinaties komen… Het is nu eenmaal altijd… En dan, dan zal het zijn, als alle bijwerkingen van de vaccinaties bekend worden. Eigenlijk is het een kwestie van wachten tot het zó erg wordt dat iedereen er genoeg van heeft. Hoe ziet u dat? Hebben we nog zoveel tijd of zal het er werkelijk van komen?
K. Pracher-Hilander: Als de politiek doorgaat met het Corona-beleid, en dat is wat zij de facto zullen doen, zal het zo zijn – dat de mensen – alles zal zo gestuurd worden, dat de mensen geen verbanden zullen zien. Dat wil zeggen dat zij niet in staat zullen zijn de gevolgen van de bijwerkingen van vaccins te linken aan de op handen zijnde dodenaantallen, omdat het allemaal in de tijd gespreid zal gebeuren, enzovoort. Dat wil zeggen, als we daarop wachten, dan zou het wel eens kunnen, dat we al relatief oud zullen zijn tegen de tijd dat er ergens een belletje gaat rinkelen. Dat is werkelijk een probleem, maar zoals ik al zei, we hoeven niet af te wachten en te vertrouwen op de grote massa. Wij moeten beseffen dat wij al met zovelen zijn, dat als wij willen dat morgen de hele zaak hapert, wij zand in de raderen kunnen strooien. En één ding is duidelijk: er zijn zeer, zeer duidelijke aanwijzingen dat de politiek het in zijn broek doet. Zij weten dat zij zich op dun ijs begeven en dat de hele zaak makkelijk kan keren als de tegenbeweging te sterk wordt. En daarom zullen zij in september/oktober, ten laatste in oktober, het tempo behoorlijk opvoeren om er opnieuw overheen te walsen.
Omdat ze heel goed weten dat ze zich op heel, heel dun ijs bevinden, dat op elk moment kan instorten. Wannéer het in elkaar stort ligt aan ons. Het kan vanavond zijn of volgende week maandag. Het ligt eigenlijk aan ons, we kunnen dit laten gebeuren wanneer we maar willen. We moeten gewoon willen, het organiseren en het willen. En wat u zei over het vaccineren van kinderen, ook in mijn omgeving zeiden ze: als ze de kinderen dreigen te vaccineren, dan… En ik zei, nee! Mensen, ik ben psycholoog. Je zal zien dat er niets groots zal gebeuren in onze samenleving. De massa zal buigen en de dissonantietheorie zal ingang vinden bij de ouders. Zij zullen het namelijk voor zichzelf goed praten. Dat betekent ook dat al degenen die nu zeggen: ‘ over mijn lijk’, langzaamaan toch zullen buigen en zeggen: ik wilde dat Maxi samen was met zijn vriend Felix, ja, en ik wilde hen dat niet aandoen – bla, bla, bla.
Ah, dat betekent dat ze alleen maar zullen – bezwijken en het voor zichzelf goed praten, zodat ze het voor zichzelf überhaupt kunnen rechtvaardigen. Wat ik misdadig vind, ja, absoluut, is bijvoorbeeld wat van een minister van Volksgezondheid komt, die suggereert om kinderen te laten vaccineren. En dat is absoluut onethisch. Het is al voldoende om in een cursus te zien hoe bijvoorbeeld verhoren in een juridisch kader worden afgenomen. Je mag niet suggereren, ja! Je moet niet suggereren – hij suggereert. Veel mensen suggereren, niet alleen hij.
Maar vooral als minister van volksgezondheid en arts, mag ik niet suggereren. De kinderen verleiden met zoete woorden – en ze zo onbelemmerd laten afglijden.
Dat is absoluut verachtelijk en vanuit mijn standpunt als psycholoog – zoals ik al eerder zei – absoluut misdadig en onaanvaardbaar gedrag. De media moeten eindelijk deze leugenachtige verhalen en deze propaganda bloot leggen. Hier moet een eind aan komen. En als elke journalist zijn potlood neerlegt en zegt, ik doe hier niet meer aan mee, ik schrijf dit niet! Als elke dokter zegt, ik doe niet mee! Als elke verpleegster zegt, ik doe niet mee! Dan heeft het systeem een probleem – en wel een enorm probleem. En dat is precies waar iedereen bang voor is. Dat wil zeggen, het eenvoudig doen!
E. Mittmannsgruber: U bent met heel veel bezig en zit midden in een nieuw project. Hoe gaat het daarmee?
K. Pracher-Hilander: Ja, dank u voor uw vraag. Ik heb het er de vorige keer kort over gehad. Ik heb de vereniging “Psychologie voor Democratie” opgericht. Dat betekent absoluut toegepaste psychologie en kennis van bewijsmateriaal uit de psychologie toegankelijk voor iedereen. En het is zeer interessant voor advocaten, die nu toegang hebben tot wat voorhanden is, die ons ook elke dag bellen om te vragen in hoeverre wij hun argumenten kunnen ondersteunen met psychologische inzichten die binnengekomen zijn. De vorige keer gaf ik het voorbeeld van het verlies van controle, wat het doet met oude mensen, dat het echt kan worden gebruikt als een moordwapen, omdat we mensen gewoon psychologisch op een punt brengen waarop ze niet langer verder willen. Met andere woorden, wij verzamelen deze binnengekomen inzichten en nemen deze op en geven ze door aan de advocaten, en wij doen dit wereldwijd.
Het is een wereldwijd project. Het staat natuurlijk nog in de kinderschoenen, maar het is zeer stimulerend, wat betekent dat de respons, de feedback zeer, zeer positief is. Hoewel we in principe nog helemaal geen naamsbekendheid hebben, gebeurt er al wel het een en ander. En op dit punt wil ik de donateurs graag bedanken.
Ik ben elke keer echt enorm geraakt als ik zie dat mensen hier gewoon hoop uit putten en de vereniging nu ondersteunen, gewoon de psychologie ondersteunen. Ik denk dat we hier prachtig werk doen, zeer, zeer gefundeerd werk en het zal vruchten afwerpen. Ik ben een psychologe in hart en ziel. Natuurlijk kan ik me hier heerlijk in uitleven en ik heb ook geweldige mensen rond mij die mij ondersteunen, die mij hun hulp aanbieden. Momenteel zijn we bezig met het samenstellen van een team van zes tot acht personen. Dus een paar hebben we er al – heel, heel tof. Ik ben erg blij dat het zo goed werkt en dat ik het hier bekend heb kunnen maken.
E. Mittmannsgruber: Heel goed. Dan wens ik u verder veel succes en dank u voor het stimulerende gesprek.
K. Pracher-Hilander: Dank u voor de uitnodiging.
Bronnen:
Op 1: Psychologe Pracher-Hilander: “We hebben de massa niet nodig!”
https://auf1.tv/aufrecht-auf1/psychologin-pracher-hilander-wir-brauchen-die-masse-nicht/
Bron originele artikel: https://www.kla.tv/20050