‘Ik wil u meenemen op een tocht langs tegenwoordig veelvuldig optredende kinderaandoeningen en u tonen hoe u die aan kunt pakken. Alleen een nieuwe manier van denken kan het tij van de, ook onze kinderen aantastende, beschavingsziekten keren. Ik ga niet de grote ziekten behandelen als kanker, leukemie, jeugdreuma, auto-immuunziekten, en andere, die helaas ook onze jeugd aantasten, maar ik ga u meenemen naar het alledaagse spreekuur van een huisarts’… ~ Hans Moolenburgh
In ruim vijftig jaar artsenpraktijk heeft dr. Hans Moolenburgh sr. de klachten van kinderen zien veranderen. Waar vroeger wonden en ‘standaard’- kinderziekten het beeld bepaalden, hebben in de loop der jaren welvaartsziekten de overhand gekregen: leukemie, suikerziekte, een breed scala aan allergieën, voedselintolerantie, hyperactiviteit en autisme. Kinderen lijken steeds minder weerstand te hebben. Wat is er aan de hand?
Aan de hand van tientallen praktijkvoorbeelden laat dr. Moolenburgh zien dat het tijd wordt om verder te kijken dan de symptomen en de oorzaken aan te pakken. Juist de goedbedoelde vaccinaties blijken niet zelden grote schade in een kind aan te richten. Moderne technieken en producten – van onzichtbare straling tot geraffineerde suikers en kunstmatige toevoegingen in ons eten – hebben een negatieve invloed op de gezondheid van onze kinderen. Dr. Moolenburgh geeft iedere ouder de middelen in handen om zijn of haar kind gezond op te laten groeien. Dat maakt dit boek onmisbaar voor alle ouders. Onderstaande tekst bestaat uit gedeeltes van het boek die met toestemming van de uitgever (Lemniscaat) overgenomen zijn. Een voorproefje van dit geweldige boek!
Het alsmaar groeiende vaccinatieprogramma
Wanneer ik spreek over mensen die kinderen kwaad doen, heb ik het niet over kindermisbruik maar over iets huiveringwekkends op een andere manier. De mensen die eraan meewerken zijn er zelfs van overtuigd dat ze alleen maar handelen voor het bestwil van de kinderen – de zelfmisleiding kent hier geen grenzen. Ik heb de indruk dat de mensen die er mee bezig zijn geen notie hebben van wat ze doen…
Kijkt u nu eens rustig, alsof u het nog nooit gezien hebt, naar het officiële vaccinatieprogramma in Nederland dat grotendeels wordt uitgevoerd door de babyconsultatiebureaus. Ook wil ik dat u even terugdenkt aan de geschiedenis: tot 1945 bestond in Nederland bijna uitsluitend de pokkenenting.
Denk eens even aan de zuigeling. Tegen zijn veertiende maand heeft hij maar liefst drieëndertig porties giftige stoffen van alleen al de ziektekiemen binnengekregen. Daar moeten dan voor elke ent-sessie nog allerlei behoorlijk giftige toegevoegde stoffen bij worden opgeteld.
En nog zijn we er niet. De vaccins worden gekweekt in – en geperst door – dierlijke of menselijke weefsels, zoals apennieren, kippenembryo’s, embryonale cellen van varkens, kalverenserum en zogenaamde ‘diploïde cellen’, verkregen uit de organen van geaborteerde menselijke embryo’s (zoals bijvoorbeeld het rodehond-vaccin en de nog te verwachten waterpokken en hepatitis A-vaccins).
Een van de problemen met dierlijke cellen is dat – gedurende de passages van het virus waartegen geënt wordt, door de dierlijke cellen heen – dierlijk RNA en DNA (erfelijk materiaal) kan worden overgebracht van de dieren op de mensen. Zo kunnen niet-ontdekte dierlijke virussen regelrecht in het bloed van kinderen terecht komen.
Spotten met de natuur
Als een kindje pasgeboren is, verkeert het immuunsysteem nog in een onrijpe staat. Het kind is de eerste tijd nog sterk afhankelijk van de afweerstoffen die het van de moeder heeft meegenomen. Het kan dus even wat lijden, maar een echt venijnige aanval weerstaan – zoals bij de vaccinatiecocktails – is een heel andere zaak.
Het nare is dat sterke gifstoffen, die niet direct onschadelijk kunnen worden gemaakt, zolang door het lichaam gedumpt worden, voornamelijk in lichaamsvetten. Baby’s hebben – uitzonderingen daargelaten – nog niet veel vetweefsel tot hun beschikking als tijdelijke dumpplaats. Er is echter één plek in het lichaam waarvan het vetgehalte zeer hoog is: de hersenen. De ingespoten gifstoffen doorbreken gemakkelijk de zogenaamde bloed-hersenbarrière, zeker in de nog onrijpe hersenen van een baby, en worden voor een deel in hersenweefsel opgeslagen.
Wat wij nu doen is totaal onnatuurlijk. Dat wreekt zich altijd, want de natuur laat niet met zich spotten.
Hollandse klompen
Vroeger, toen men op bescheiden schaal begon te enten, deed men dat niét voor de negende tot tiende maand. Bij het snel toenemen van de entingen namen ook de bijverschijnselen duidelijk toe. Men begon de entingen op steeds vroegere leeftijd te geven, zodat de eerste entingen ten slotte op de zesde week terecht kwamen. De laatste is dus Hepatitis B.
Ongeveer twintig jaar geleden besloten de autoriteiten Hepatitis B aan het entingsschema toe te voegen. Inmiddels was deze ziekte vooral een probleem onder druggebruikers (vieze spuiten) en homoseksuele mannen. Waarom wilde men in de negentiger jaren ineens alle baby’s tegen de Hepatitis B inenten?
Het antwoord op de protesten was : ‘Als alléén kinderen uit drugmilieus en speciaal waar heroïne gespoten wordt, worden ingeënt en de rest van de bevolking niet, is dat discriminatie ten aanzien van de druggroep’. Deze idiote politiekcorrecte overweging ging zelfs de artsen te ver en het ging niet door.
We zijn nu twintig jaar verder en inmiddels zo murw gemaakt dat minister Schippers van Volksgezondheid in 2011 geruisloos toestemming kon geven om de Hepatitis B – overigens lang geen ongevaarlijke enting – in het schema op te nemen. Het is te betreuren dat wij in Nederland de vreemde gewoonte hebben minsters van Volksgezondheid te benoemen, die van volksgezondheid net zo veel verstand hebben als een Eskimo van de kamelenhandel.
Wij zijn Hollanders : voelt u niet op uw klompen aan dat dit raar is ? Zo niet, dan moet u andere klompen kopen.
De olifant en de muis
Wat is het entingsvraagstuk toch ingewikkeld !
Meningitis is een echt gevaarlijke ziekte, maar geeft enten echt resultaat ? We begonnen met de heamophilus te hinderen, met de Hib-enting. Meteen kwam een veel zeldzamere meningitis C zijn plaats innemen. Vervolgens entten we tegen meningitis C en toen dacht ik : nu duikt de meningitis B op, maar ik vergiste me. In plaats daarvan kwamen meer en meer de pneumokokken uit de bus, dus begon men daartegen te enten.
Zou het soms zo zijn dat onze hersenvliezen door de giflading die ze te verduren krijgen, zwak zijn geworden en dat er daarom ‘opruimers’ op af komen ? Zijn er gewoon een x aantal hersenvliezen die door vergiftiging vervuild zijn geraakt, en komen daar die belangrijke schoonmakers van het lichaam, de bacteriën op af, en is het zo dat als wij de ene bacterie in zijn werk hinderen, de volgende erop afkomt ? Ik weet het niet, maar ik zou niet verbaasd zijn.
Het is ook best eng om niet te enten.
Ik weet dat er lef voor nodig is, maar geef nooit de verantwoording voor uw kind uit handen aan welke belangrijk lijkende instantie dan ook, die zeg alles om bestwil van het kind te doen. Zelfs niet als iemand op televisie als expert wordt opgevoerd, en u wel even zal vertellen wat u doen moet. Ik zou bijna zeggen: als u dat ziet pas dan extra op…
De manier waarop de entautoriteiten zich op de borst slaan over het wegzakken van de kinderziekten, terwijl ze begonnen te enten op de al sterk dalende golf, doet me altijd denken aan het verhaal van de olifant en de muis die samen over een houten brug liepen, waarbij de muis opmerkte : ‘Wat stampen we lekker hè ?’
Pionieren
Mensen die optimaal gezond willen zijn en hun kinderen zo gezond mogelijk willen hebben, moeten rebels zijn en zich enigszins buiten de officiële lijn lopende paden begeven. U moet iets pionierachtigs hebben – maar dat hindert niet, want pionieren is wel een vaderlands trekje.
Als men werkelijk de kennis zou toepassen die we nu al een behoorlijke tijd bezitten, zou het nare gevecht om de oplopende zorgpremies helemaal niet nodig zijn : als men zich minder zou toeleggen op het verschaffen van steeds meer – bijna allemaal giftige – chemische medicamenten (die de vervaardigers ervan vaak meer goed doen dan de patiënten) en meer de echte gezondheidsleer zou toepassen die al meer dan honderd jaar geleden werd geformuleerd en die sindsdien een echte vlucht heeft genomen, zou het volksgezondheidsbudget drastisch kunnen worden verminderd – berekeningen hebben dit bevestigd. De naam ‘Ministerie van Volksgezondheid’ is dan ook ongelukkig gekozen; de manier waarop dit ministerie en zijn vertakkingen te werk gaan, wijzen erop dat we hier met een Ministerie van Volksziekten te maken hebben.
Het is triest dat de moderne geneeskunde, die geleid heeft tot het verkeerd gebruiken van vaccinaties, met al haar slechte gevolgen, nu ook vertegenwoordigers heeft die trachten de enigen die met succes de nare gevolgen van de massa-entingen weten te bestrijden, het werken onmogelijk te maken. Dat alles is trouwens geen gevolg van kwade opzet, maar van een ongelofelijk star denkpatroon, dat geen enkele blik over de zelf opgetrokken muren toelaat.
Grote schoonmaak
Ik krijg weleens de indruk dat jonge ouders van nu denken, dat de gewone kinderziekten vroeger een slachting onder kinderen aanrichtte en dat het een wonder mag heten dat hun grootouders dat allemaal overleefd hebben, maar niets is minder waar.
‘Maar was er dan vroeger niet een enorme kindersterfte ?’ zal iemand tegenwerpen, ‘Kijk eens naar ouder familiestambomen.’ Dat is zeker waar, maar die werd veroorzaakt door gebrek aan hygiëne. De fantastische vermindering van kindersterfte is veroorzaakt door drie belangrijke factoren: de moderne waterleiding, de moderne riolering en de moderne persoonlijke hygiëne.
Behalve de gewone kinderziekten waren kinderen een of twee keer per jaar gewoon verkouden, een soort voor-en najaarsschoonmaak. Tegen de tijd dat de kinderen uit die tijd opgegroeid waren, hadden ze stevige immuunsystemen opgebouwd en waren ze klaar het leven aan te kunnen.
Helaas is die toestand niet meer zo. Er is iets in de wereld gebeurd, dat bij mijn weten nog nooit in de menselijke geschiedenis is voorgekomen: door onze moderne techniek hebben we ons milieu zo veranderd dat het eigenlijk alleen nog maar een gezonde leefomgeving is voor robots…
Ter afsluiting
Wat ik in mijn boek heb opgeschreven lijkt in flagrante tegenstelling tot het sensationele bericht dat in september 2013 triomfantelijk op de televisie en in de kranten werd verkondigd.
Er werden ons pasgeboren jongens en meisjes getoond en er werd verteld dat het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) had berekend, dat de helft van de nu geboren meisjes en een derde van de nu geboren jongens honderd jaar zou worden. Men is hierbij uitgegaan van de sterfte onder de mensen van de afgelopen jaren. Daarbij bleek dat ouderen steeds ouder werden. Iedereen met enig wetenschappelijk inzicht, weet dat zoiets niet mag. Wat men in werkelijkheid heeft gemeten, is het laatste stukje van de generatie die voor de Tweede Wereldoorlog in een gifvrije omgeving met slechts één vaccinatie is opgegroeid, die voedsel at dat niet overvloedig maar ‘levend’ was, en die bovendien vijf jaar bezetting met op het einde honger (een gedwongen vastenperiode) heeft meegemaakt : een ijzerharde generatie die nu op hoge leeftijd begint uit te sterven.
De natuur laat op de lange duur niet met zich spotten. Als we het vertikken naar haar te luisteren en in onze hoogmoed denken haar aan banden te kunnen leggen, corrigeert zij ons, meestal op hardhandige wijze, want ze is geen zachtzinnige dame.
Hopelijk zullen de dwaasheden waarmee we op het ogenblik bezig zijn niet eeuwig doorgaan – dan ziet de toekomst er op de lange duur hoopvoller uit…
Ik wens u moed, volharding en zegen toe bij uw geweldige taak!
Hans Moolenburg sr