Er zijn vele manieren om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren, maar de belangrijkste twee soorten – onderzoek om veiligheidsnormen vast te stellen, en onderzoek om bewijs van veiligheid aan te leveren – ontbreken. Recentelijk is de site van de Stichting Vaccinvrij uitgebreid met een pagina over wetenschap om het een en ander te verduidelijken.
Wat spuiten we in bij baby’s en bestaat het bewijs dat dit veilig is?
Het zal niemand die goed geïnformeerd is over wat we precies inspuiten verbazen dat hier risico’s aan verbonden zijn. Tijdens het eerste bezoek aan het consultatiebureau met 6 weken wordt de baby geïnjecteerd met gemanipuleerde ziekteverwekkers van maar liefst 7 verschillende ziektes (verdeelt over twee spuiten). Het zou al een klus zijn voor een volwassenen om zich te ‘trainen’ tegen 7 ziektes tegelijkertijd, laat staan dat dit lukt bij een baby met een nog onontwikkeld immuunsysteem. Voor de duidelijkheid: we spuiten geen afweer in, we vallen het kindje aan. Het immuunsysteem wordt door vaccins ‘getrained’ om zich te weren tegen de echte ziekte, die overigens via een hele andere route het lichaam binnen zou komen en dus een heel ander deel van het immuunsysteem zou activeren.
Wat zijn veiligheidsnormen?
Het Europees Agentschap voor Chemische stoffen (ook wel ECHA genoemd), is een organisatie die zich onder andere bezighoudt met Europese wetgeving voor het veilig gebruik van chemische stoffen. [1] Voor elke stof is op een ‘Material Safety Data Sheet’ de grens vastgesteld waarboven gezondheidsrisico ontstaat in geval van oogcontact, huidcontact, inslikken en inademen voor volwassenen. [2] ECHA heeft géén grenswaarden vastgesteld voor het injecteren van natuurlijke en synthetische stoffen in mensen en dieren. Met andere woorden: er zijn geen normen vastgesteld, die bepalen welke hoeveelheid we in een (baby)lichaam in kunnen spuiten, zonder dat dit schade op kan leveren.
Geen veiligheidsnormen, maar dan toch zeker wel bewijs?
CRT (Clustered Randomized Trials) zijn de ‘gouden standaard’ van wetenschappelijk onderzoek. Het houdt in dat een grote homogene groep (in de leeftijd waarop het vaccin wordt toegediend) in tweeën gedeeld wordt en de ene groep wordt gevaccineerd en de andere niet. Dan kun je de beide groepen bestuderen en kijken wat de verschillen in gezondheidstoestand, of het voorkomen van ziektes zijn.
In de Amerikaanse film ‘The Greater Good’, worden een aantal gezinnen gevolgd waarvan kinderen vaccinatieschade hebben. Tijdens de voorbereiding van de film vroegen de producenten van ‘The Greater Good’ aan Dr. Melinda Wharton waarom de CDC niet de studie uitvoert die een einde zou kunnen maken aan het hele debat over de veiligheid van vaccineren.
Het belangrijkste orgaan wat betreft het vaccinatiebeleid in USA is het overkoepelende CDC (Centers for Disease Control and Prevention). Dr. Melinda Wharton is de hoogstgeplaatste vaccinambtenaar. Zij is directeur van het National Center for Immunisation and Respiratory Diseases van de CDC. Het antwoord van Dr. Melinda Wharton op de vraag waarom de CDC geen CRT-studie uitvoert is niet erg overtuigend. De reden heeft te maken met… ehhhhh broccoli?! De ware reden is waarschijnlijk niet dat er 50.000 kinderen te vinden zijn die wel of niet biologische producten eten, maar dat men bang is voor een ‘ongewenste uitkomst’… Stel je voor dat CRT onderzoek naar vaccins zou laten zien dat ongevaccineerde kinderen gezonder zijn!
Op dit moment is de uitspraak dat vaccins veilig zijn niet gebaseerd op transparant wetenschappelijk bewijs, maar gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek dat uitgevoerd wordt door farmaceutische multinationals.
Consultatiebureauartsen en journalisten die zeggen dat vaccineren veilig is – en zelfs dat het bewezen is dat het veilig is – hebben de betreffende wetenschappelijk onderzoeken niet gelezen, en zelfs niet uitgezocht of ze bestaan. En ouders die geloven dat het waar is wat consultatiebureauartsen en journalisten zeggen vertrouwen dus blind op ‘autoriteiten’ die ook weer blind vertrouwen op andere ‘autoriteiten’.
Zouden we, voordat we de gezondheid van onze kinderen toevertrouwen aan… tja aan wie eigenlijk? – niet de handen ineen moeten slaan om eerst eens uit te zoeken waarop de claim dat vaccineren veilig is nu eigenlijk is gebaseerd?
Artsen weten het want die hebben ervoor geleerd?
Op de opleiding voor consultatiebureau-arts krijgen toekomstige artsen wat betreft vaccins voornamelijk les in de technische kanten van het vak – hoe en wanneer de vaccins toe te dienen – maar ze leren niets over de werking van de inhoudsstoffen en de lange termijn effecten daarvan op het babylichaam. Op nascholingsdagen worden consultatiebureau-artsen overspoeld met promotie, – en epidemiologische onderzoek. Maar beide vormen van wetenschap zijn niet ontworpen om te bewijzen dat vaccineren veilig is. Meer info op de wetenschapspagina.
Ten slotte: Tijdens een hoorzitting in Rhode Island geeft Mark Brody MD, een kinderarts met 27 jaar ervaring als arts, een krachtige getuigenis. “We kunnen niet blind op dokters vertrouwen als het op vaccins aankomt.”
Waar, oh waar is de wetenschap die bewijst dat het veilig is wat we doen?
Bronnen:
Over de auteurs: Door Frankema is moeder van twee ongevaccineerde, inmiddels volwassen kinderen. Zij is de schrijfster van het boek: ‘Vaccinvrij – ouders, artsen en wetenschappers over vaccins en vaccinvrij opgroeien’, en initiatiefneemster van de stichting Vaccinvrij.
Mara Gabriëlle is moeder van twee ongevaccineerde kinderen en maakt deel uit van het kernteam van Vaccinvrij en het vertaal team van Vaccinvrij