Er bereiken ons verhalen van mensen die de meest absurde dingen meemaken rondom mondkapjes, het noteren van namen in restaurants etc. Heeft u iets meegemaakt – verdrietig, of te gek voor woorden? Schrijf het op en stuur het naar ons toe via het contactformulier op de stichting Vaccinvrij (vermeld “verhalen uit de praktijk” in het onderwerp). De volgende twee ervaringen werden ons toegestuurd en gebeurden op dezelfde dag in Amsterdam.
Ervaring 1 – Mag ik uw naam noteren?
Op het buitenterras van de het Stedelijk Museum Amsterdam ga ik zitten aan een tafeltje in de zon. Ik heb daar afgesproken. Er ontspint zich het volgende gesprek wanneer de vriendelijke dame van de bediening me benadert.
Ik: “Goeiemorgen, mag ik een muntthee van u?”
Dame van de bediening: “Zou ik u eerst mogen vragen om uw naam en telefoonnummer te noteren op dit formulier?”
Ik: “Jazeker, dat mag u, u bent het zelfs verplicht, maar ik ben niet verplicht dat te doen. Ik zie er vanaf”
Dame van de bediening: “Dan kunnen we u helaas niet bedienen.”
Ik: “Serieus? Wie heeft dat bedacht?”
Dame van de bediening: “Ja dat moet van de organisatie.”
Ik: “Nou, dat vind ik een schande.”
Dame van de bediening: “Ik haal wel even iemand om het te verduidelijken.”
Haar kennelijke baas gaat ongeveer hetzelfde gesprek met mij aan.
Kennelijke baas: “Wij hebben het ook niet bedacht” zegt hij aan het eind.
Ik: “Nou, jullie hebben het wél zelf bedacht. Zoals gezegd; van de regering moet je mij die vraag stellen, maar dat je mij weigert te bedienen als ik geen gegevens achter laat, hebben jullie toch zelf bedacht?
Kennelijke baas: “Nou ik niet hoor, dat heeft de organisatie gedaan.”
Ik: “Nou dan bedank ik ervoor.” Ik maak aanstalten om te vertrekken.
Kennelijke baas: “Maar je kan dus gewoon invullen wat je wilt, wij gaan het niet controleren.”
Ik: “Ik overleg even met de persoon met wie ik een afspraak heb, ik zie dat die er net aan komt lopen.”
Ik zeg na kort overleg: “Ok, we blijven.”
Kennelijke baas: “Wat mag ik noteren?”
Ik: “Bill Gates. Telefoonnummer 06 euhhh……”
Hij noteert B. Gates en helpt me ook snel met het nummer: “Het moeten tien cijfers zijn…”
Ik: “Ok 1,2, 3 enzovoort totdat je genoeg hebt.”
Hij schrijft eigenhandig het verzonnen telefoonnummer op en maakt het rijtje af. We worden vervolgens vriendelijk en prima bediend.
Ervaring nummer 2 – Mondkapjes
Deze vond later op dezelfde dag plaats bij het fotomuseum FOAM:
Ik had niet gereserveerd, het gaat net regenen en sta te hannesen met mijn ouwe mobiel om snel nog een reservering te maken al half op de trap naar de deur. Gelukt!
Ik ga naar binnen, toon mijn reservering aan de vriendelijke jongen achter de balie, maar dat is niet hoe het moet. Ik word verzocht de reservering te scannen voor het apparaat. Gelukt. “Nu wil ik nog even uw museumjaarkaart zien”. Oh ja, ik leer snel en toon ‘m niet aan hem, maar aan het apparaat. Blieb. Gelukt. Ik mag naar binnen. Fijn hier weer te zijn. Het is heel rustig trouwens. Waarschijnlijk omdat medewerkers net een nieuwe tentoonstelling aan het inrichten zijn. Ik gluur even om de hoek, en zie hangende foto’s in de ruimte. Dat ziet er veelbelovend uit. Bemoedigend lach ik ze toe. Maar ik ga eerst naar het café want heb trek.
Het meisje van de bediening kan me helaas geen lunch serveren – jammer, ze hadden zulke lekkere soep hier – maar wel een kaasbroodje en muntthee, vertelt ze met een mondkapje op haar kin.
Ook goed, voor nu het beste wat er is. Ik zit zo graag in die ruimte onder de balken met een notitieboek en pen en iets lekkers. Daar ga je creatief van denken, zo zonder een computer.
Daarna ga ik rondkijken bij wat er al hangt. Een expositie van Alec Soth – prachtige foto’s en bijna niemand kent hem. Maar halverwege de tentoonstelling word ik aangesproken door een bezoeker die vindt dat ik een mondkapje op moet.
Ik zeg: “Echt? De jongen achter de kassa droeg er geen; het personeel dat bezig is met de nieuwe inrichting droeg er geen; het meisje dat mij bediende in het restaurant droeg er geen. Medisch gezien is er geen noodzaak, en bovendien is het inademen van mijn eigen uitgeademde lucht slecht voor mijn gezondheid. Waarom zou ik een mondkapje moeten dragen?”
“Je hebt me toch gehoord? Het is verplicht.”
“Maar u heeft mij toch ook gehoord?”
“Doe nou maar niet of je onnozel bent, HET IS VERPLICHT!!!”
Met kloppend hart ga ik naar de uitgang en vertel de jongen achter de kassa – nog steeds zonder mondkapje, maar achter een spatscherm waar de aerosolen zoals inmiddels bekend is zich niets van aantrekken – wat er is gebeurd. Heel vriendelijk excuseerde hij zich vanwege het feit dat hij vergeten was mij op de mondkapjesplicht te wijzen. Ik vraag hem nog waarom dit dan moet, gezien het feit dat er geen bewijs is voor de werking, en krijg het volgende antwoord:
“Dat is om mensen gerust te stellen”
Ik ben dol op FOAM, maar op zo’n manier wil ik hier verder niet meer zijn.
“Dankjewel en goede middag”
Ik kijk nog achterom en inderdaad, toen ik zo druk was met mijn reservering stond het al loei-groot op de deur. “Mondkapjes verplicht”.
Op weg naar mijn fiets voel ik nog steeds de adrenaline door mijn lijf gieren van deze consternatie. Kennelijk heeft ieder weer zijn eigen interpretatie van het begrip geruststellen. Het doet me denken aan het Duitse “BEFEHL-IST-BEFEHL” tijdens de 2e wereldoorlog. Ik fiets weg en neem me voor te vragen aan FOAM wanneer ze mij dan kunnen geruststellen met de datum waarop deze bevelstructuur weer wordt opgeheven.
Dan kom ik graag weer terug in dat fijne gebouw met die mooie foto’s.
Naam van de inzender is bij ons bekend.
Wat zijn uw ervaringen? Verdrietig, absurd, hoopvol… We horen het graag!
(goed kunnen schrijven is niet vereist – wij redigeren wel mocht dat nodig zijn).